U bent hier
Dan toch eindelijk geluidsberm Villapark?
Komt de geluidsberm er dan toch na eindeloze beloftes?
“Wanneer er goed nieuws aangekondigd kan worden, staan de schepenen te drummen om in de krant te komen. Wanneer beloftes nadien niet waargemaakt kunnen worden, horen we hen niet, laat staan de omwonenden.”
Gisteren tijdens de gemeenteraad stelde Michiel Vandewalle een mondelinge vraag aan de bevoegde schepen wanneer de geluidsberm eindelijk klaar zou zijn. Enkele uren voor de gemeenteraad verspreidde het schepencollege via een persbericht de antwoorden op de vragen van Vandewalle.
“Mondelinge vragen moeten een week vooraf schriftelijk ingediend worden. Ik was dan ook verrast dat toevallig enkele uren voor de gemeenteraad er een persmededeling uitgestuurd werd over de nieuwe timing van de werken.”, vertelt Vandewalle aan onze redactie.
In 2018 vroegen de inwoners van het Villapark en in het bijzonder de Galgewegel al 30 jaar voor een geluisberm. “Zoals bij vele dossiers, werd er net voor de verkiezing in oktober 2018, meegedeeld dat die geluidsberm er eindelijk komt.”, gaat Vandewalle verder. “Doorheen de legislatuur werden de werken steeds uitgesteld en werd het geduld van de omwonenden erg op de proef gesteld. Een wortel aan een lange stok die telkens verder gehouden wordt.”
Vorig jaar, februari 2021 werden de voorbereidende werken opgestart en beloofde de bevoegde schepen dat de geluidsberm er zou staan na het bouwverlof, september 2021. Gisteren bleek dan als antwoord op de mondelinge vraag van Michiel Vandewalle dat het einde van de werken nog maar eens een jaar werden uitgesteld tot intussen eind oktober 2022.
“Het is een rode draad met het huidige schepencollege. Wanneer er goed nieuws aangekondigd kan worden, staan ze te drummen om in de krant te komen. Wanneer beloftes nadien niet waargemaakt kunnen worden, horen we hen niet, laat staan de omwonenden. Dit geldt trouwens ook voor andere projecten met vertraging, zoals de werken in de groenzone De Mote in Desselgem en de lift aan De Treffer. Twee andere dossiers die ik opvolg en waar ik gisteren vragen over gesteld heb.”, besluit Michiel Vandewalle.